Achteruit in file parkeren, doen we altijd achter een andere auto. Voor deze manoeuvre ben je tenminste één autolengte aan ruimte nodig. Let op obstakels die dicht langs de rijbaan staan en jou kunnen hinderen bij het parkeren. Fileparkeren is een bijzondere manoeuvre, dus moet je alle andere weggebruikers voor laten gaan.
STOP
Stop op 50cm afstand recht naast de auto waarachter je wilt gaan parkeren. Het is beter om niet precies naast de auto te stoppen, maar een halve meter verder te rijden. Zo heb je meer tijd om de snelheid van de auto te controleren voordat je gaat insturen. Zorg er bij het stoppen voor dat de wielen in de rechtuit stand staan, voordat je aan de manoeuvre begint.
SCHAKEL
Schakel de auto in de achteruitversnelling. Bij een automaat is dit de R-stand. Wanneer je de auto in de achteruitversnelling schakelt, gaat de achteruitrijdverlichting aan. Dit zijn twee witte achterlichten. Let erop dat je pas schakelt wanneer er geen bestuurders vlak achter je rijden. Een bestuurder kan ervan schrikken, doordat hij verwacht dat je achteruit gaat rijden en niet weet of je hem wel gezien hebt. Dit kan voor onveilige uitwijkmanoeuvres van de andere bestuurder leiden.
SCAN
Voer script 10 scan uit en kijk in de dode hoeken. Wanneer je niemand hindert kun je aan de parkeeropdracht beginnen.
RECHT ACHTERUIT RIJDEN
Tijdens het achteruitrijden heb je de tijd om de snelheid van de auto te controleren, het juiste stuurpunt te vinden en om te kijken of je niemand hindert wanneer de neus van de auto de rijbaan opdraait.
INSTUREN
Wanneer de achterste wielas voorbij de auto waarachter je gaat parkeren is, stuur je de auto maximaal in richting de trottoirband.
Heb je te vroeg gestuurd? Dan zal je bij het terugsturen de auto voor je gaan raken met de neus van je auto. Heb je te laat gestuurd, dan kom je verder naar achteren in het vak uit.
TERUGSTUREN
Wanneer de auto in een hoek van 45° ten opzichte van de trottoirband staat, draai je het stuurwiel maximaal terug. Hierbij moeten de voorwielen voorbij de achterkant van de auto waarachter je parkeert zijn.
Stuur je te vroeg terug? Dan kom je te bij de trottoirband vandaan uit. Stuur je te laat terug? Dan ga je de trottoirband raken met de achterwielen.
WIELEN RECHTUIT
Zodra de auto parallel aan de trottoirband staat, stuur je de wielen terug in de rechtuit stand.
Wanneer je na het parkeren direct weer wegrijd, mag je de wielen ook ingedraaid laten staan. Maar je leert natuurlijk parkeren om de auto te verlaten bij je bestemming. Ingedraaide wielen komen iets onder de auto vandaan. Dat kan hinderlijk zijn voor overige weggebruikers. Ben je dus van plan om de auto te verlaten na het parkeren, zorg dan dat de wielen recht onder de auto staan.
WEGRIJDEN
Om uit te parkeren voer je script 19 Wegrijden uit.
Let op! Heb je tijdens de parkeeropdracht moeten corrigeren, dan kan het voorkomen dat je te weinig ruimte hebt om in één keer weg te rijden. Soms moet je eerst een stukje recht achteruit rijden, voordat je kunt wegrijden. Bij het wegrijden achter een auto vandaan, moet je scherp sturen. De neus van de auto zal iets over de andere weghelft gaan draaien. Let dus ook goed op tegemoetkomend verkeer!